Hoofdstuk 2: De Wederopbouw (1948- 1965)
Hoofdstuk 2: De Wederopbouw (1948- 1965)
1948: de Gooise lier, met een Cadillacmotor uit een Amerikaanse tank, trekt de aandacht van de nationale zweefvliegwereld.
De club krijgt de beschikking over een De Havilland Tiger Moth, eigendom van de op Hilversum gevestigde nationale Luchtvaartschool. Sleepvliegster was Ida Velthuizen van Zanten. De hangaar lag aan de Raaweg in Loosdrecht. (naast de Boni). Nieuwe clubkisten komen: een Grunau Baby, de PH-153 en de PH-163 en een ESG, de PH-124.
In 1950 komt er een DFS Olympia de PH-174 en in 1951: de PH-80, de Minimoa die de vloot komt versterken.
Op 24 september 1951 komt een vlieger wat tekort bij de landing en vliegt een dakraam in van een boerderij op de Raaweg. De 18 jarige vlieger is ongedeerd en het voorval levert spectaculaire foto's op....
1952: de ESG PH-131 overtrekt op final en is rijp voor de schroothoop.
De Slingsby Prefect PH-194 komt bij de Gooise, en vliegt daar nu nog steeds..... Er zijn dan 100 leden.
In 1953 komt er een tweezitter voor DBO: een Slingsby T21 “Sedbergh”.
In september 1953 verschijnt het eerste nummer van ons clubblad ”De Overland”.
In 1956 wordt een Rhönlerche PH-246 toegevoegd aan de vloot. Alle vliegtuigen tot dan worden door de KNVvL ter beschikking gesteld.
In 1958 werd begonnen met de bouw van een nieuwe hangaar onder leiding van Dick Robeer. In 1959 werd deze ingewijd. Frits Seijffert werd Nederlands kampioen met een T41 “Skylark”. In 1961 wordt de Sedbergh ingeruild voor een Schleicher K7 de PH-268. (deze kist vliegt nu op de Filippijnen…).
In 1961 bestaat de Gooise 25 jaar en heeft dan 150 leden.
De Schleicher Ka6 PH-318 (vliegt nu bij de zweefvliegclub op Ameland) komt in 1963 de vloot versterken, en in 1964 komt daar een Sagitta PH-302 bij.
In september 1965 wordt bij Schleicher een éénzitter besteld: de Ka8 met registratie PH-356. Aanschafprijs incl. instrumenten fl. 11.388,-- (€ 5.167,--).
